Een bankmedewerker heeft een beroepsverbod van zes maanden gekregen omdat zij zonder zakelijke aanleiding de gegevens van meerdere klanten had bekeken.

Het gaat om de eerste tuchtstraf sinds de algehele invoering van de bankierseed in april 2015.

De tuchtcommissie in de sector acht bewezen dat de betreffende medewerker niet integer en zorgvuldig gewerkt heeft. Daarmee heeft zij de regels die voor het werk bij een bank gelden overtreden, zo staat in de uitspraak. De medewerker is inmiddels ook ontslagen.

Nog twee uitspraken

De tuchtcommissie deed nog twee uitspraken. Één klacht is eveneens gegrond bevonden, maar hier is geen maatregel opgelegd. Een andere zaak werd niet-ontvankelijk verklaard.

Dit geval betrof een bankmedewerker die de bankierseed schond door ongevraagd de bankpas van een klant te blokkeren. Dat deed hij met de bedoeling de rekeninghouder contact op te laten nemen, nadat meerdere pogingen om de klant te bereiken niets hadden opgeleverd. De situatie werd echter snel hersteld en zowel de medewerker als de bank boden hun excuses aan.

Een andere zaak over iemand die werkte bij de bank en van een klant geld kreeg overgemaakt op een privérekening, werd niet-ontvankelijk verklaard. De tuchtcommissie vond dat deze praktijken niet op basis van de bankierseed beoordeeld kunnen worden omdat het om een privékwestie gaat.

Antwoord op financiële crisis

De bankierseed is een van de antwoorden van de politiek op de financiële crisis van de afgelopen jaren waarin banken wereldwijd door overheden moesten worden gered. Het tuchtrecht is in het leven geroepen om het vertrouwen in de financiële sector te herstellen. Tienduizenden bankmedewerkers hebben de vereiste beloftes gedaan.

Wie de regels overtreedt, kan daarop worden aangesproken door de Stichting Tuchtrecht Banken, die speciaal is ingesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Bij overtreding van de gedragsregels kunnen medewerkers individueel worden bestraft via het tuchtrecht. Straffen kunnen variëren van een berisping tot een beroepsverbod voor drie jaar.

De bankierseed is als volgt:

Ik zweer/beloof binnen de grenzen van mijn functie die ik op enig moment in de bancaire sector vervul dat ik:

• mijn functie integer en zorgvuldig zal uitoefenen

• een zorgvuldige afweging maak tussen de belangen van alle partijen die bij de onderneming zijn betrokken, te weten die van de klanten, de aandeelhouders, de werknemers en de samenleving waarin de onderneming opereert

• in die afweging het belang van de klant centraal zal stellen

• mij zal gedragen naar de wetten, de reglementen en de gedragscodes die op mij van toepassing zijn

• geheim zal houden wat mij is toevertrouwd

• geen misbruik zal maken van mijn kennis

• mij open en toetsbaar zal opstellen en mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving ken

• mij zal inspannen om het vertrouwen in de financiële sector te behouden en te bevorderen

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik!